Home


snurken



Er gloort licht aan de wetenschappelijke horizon . . . . .


MSN - WEL.NL Gerard Driehuis 20-11-2018 : Wetenschap: waarom je van heel diep ademhalen kalm wordt.

Door proeven - eerst met muizen en toen met mensen - hebben hersenwetenschappers onderzocht hoe het komt dat we kalm worden als we gecontroleerd adem halen. De verklaring zit hem in de controle: door je ademhaling onder controle te houden dwing je een hersengebied dat normaal niet door je bewustzijn wordt bestuurd naar jou te luisteren. De - oncontroleerbare - paniek en angst kan, als je je ademhaling onder controle brengt en heel bewust een aantal malen diep in- en uitademt, onder controle worden gebracht. Uit dezelfde experimenten bleek dat het ook goed werkt om in slaap te vallen.


Eigenlijk hoort het bovenstaande thuis in de rubriek 'Actualiteiten' op bladzijde 1 van deze website, maar omdat het zo prachtig aansluit op onderstaand artikel is het hier opgenomen.










‘Zeg eens, hoe ondeugend en zelfzuchtig mag ik zijn? . . . Mag ik hard rijden? . . . Ik bedoel, echt hard?’
   Harriet onderdrukte een rilling. Ze vond het fijn om te rijden en zelfs om gereden te worden maar alles boven zeventig mijl per uur gaf haar een hol gevoel van binnen. Getrouwde mensen kunnen echter niet alles naar hun eigen smaak hebben.
    ‘Ja, echt hard - als je daar zin in hebt.’
    ‘Absoluut te goed voor deze wereld!’
    ‘Ik zou zeggen, absoluut te goed om dood te gaan . . . Maar echt hard betekent wel de hoofdweg.’
    ‘Inderdaad. Goed, we doen de hoofdweg echt hard en gaan er dan vanaf.’
    De beproeving duurde slechts tot Great Pagfort. Gelukkig kwamen ze geen van hoofdinspecteur Kirks zwarte schapen, geparkeerd in bochten, tegen, hoewel ze net er buiten Frank Crutchley voorbij stoven, die onderweg was met een taxi en beloond werden met zijn verbaasde en bewonderende blik. Nadat ze met een ingetogen, legaal gangetje van dertig het politiebureau waren gepasseerd gingen ze in westelijke richting en namen de zijwegen. Harriet, die zich niet echt kon herinneren dat ze ooit adem had gehaald sinds ze Paggleham hadden verlaten, vulde haar longen en merkte met vaste stem in ferme bewoordingen op dat het een mooie dag was voor een ritje.
   ‘Nietwaar? Is deze weg een beetje naar je zin?’
   ‘Hij is prachtig’, zei Harriet hartstochtelijk. ‘Allemaal bochten!

Dorothy L. Sayers,    Busman’s Honeymoon,    1937.





Apneu.

Apneu mag tijdens de slaap ietwat angstaanjagend zijn, maar het is beslist geen kwaal.


Het menselijk lichaam wordt, net als de lichamen van alle andere levende wezens, intelligent bestuurd. Dit houdt in dat verschillende functies naar behoeven kunnen worden in- of uitgeschakeld. Over het algemeen zie je daar aan de buitenkant niet zoveel van, maar onder andere koorts, zweten, blozen, diarree, zijn bekende uitzonderingen.

Een andere, zeer duidelijk waarneembare, uitzondering is de aansturing van de ademhaling: zodra we ons concentreren houden we, ongewild, de adem in, willen we ons ontspannen dan ademen we meerdere malen in- en uit.
We houden de adem bijvoorbeeld in als we een draad door het oog van een naald proberen te wurmen, een schroefje indraaien, iets nauwkeurig op zijn plaats leggen of een groot geweer op een klein beestje richten.
In de literatuur komt men geregeld zinnen tegen als: 'Ademloos hoorden zij hem aan.', 'Met ingehouden adem keken zij toe!', 'Het was een adembenemend schouwspel.', 'De adem stokte hem in de keel.'
Aan mensen die in opgefokte staat dingen plegen te doen waar ze later spijt van hebben wordt standaard de raad gegeven: haal eerst eens een paar keer diep adem voor je iets doet!

Apneu – al dan niet tijdens de slaap en al dan niet een x aantal malen binnen het een of andere tijdsbestek – is geen kwaal of afwijking. Hij laat ons alleen maar zien dat we op een intelligente manier worden bestuurd. Terwijl we geconcentreerd bezig zijn houden we de adem in, daarna puffen we uit. Niemand kijkt daar van op. Veel mensen hebben zelfs de hele dag apneu, constant worden perioden van ingehouden adem afgewisseld met perioden waarin wordt geademd.

Maar oh wee als het ’s nachts gebeurt! Dan is er ineens die griezelige stilte, waar geen eind aan lijkt te komen, waarin men zich afvraagt of de ademhaling van de geliefde slaapgenoot ooit nog weer op gang zal komen! Voor de luisteraar(ster), die er geen besef van heeft dat er niets ongewoons aan de hand is, is het een angstwekkende ervaring: de ademhaling is uitgevallen!!!
In werkelijkheid is de ademhaling helemaal niet uitgevallen, hij wordt alleen maar gepauzeerd. Alles wat er bij de geliefde slaapgenoot gebeurt is het weloverwogen voorrang geven aan de begeleiding van de op volle toeren draaiende gegevensverwerking in de hersenen boven het laten functioneren van het lichaam, dat immers toch buiten bedrijf is en zich best even alleen kan redden. Apneu tijdens de slaap zal daarom vaak wat langer duren dan apneu overdag.

Op zich is apneu dus niets bijzonders en wat dat betreft zou men zich er ook geen zorgen over hoeven te maken. Aan de andere kant is het getuige zijn van langdurige apneus tijdens de nacht een griezelige ervaring, waarbij men er niet aan ontkomt zich allerhande voorstellingen te maken, want . . . . . waar gehakt wordt vallen spaanders, nietwaar! Bovendien is de ‘lijder’ juist tijdens de apneu op z’n wildst aan het dromen, hetgeen de indruk wekt dat eventueel gekreun en gedraai het rechtstreekse gevolg is van de apneu.
Inderdaad zal de apneu soms wat te lang aangehouden worden en er zullen beslist mensen overlijden tijdens een apneu – het zou erg vreemd zijn als zulks niet het geval was – maar in principe is de bezorgdheid overbodig. Gelukkig maar!

Apneu wordt veroorzaakt door de interne besturing van ons lichaam, die tijdelijk voorrang geeft aan de hersenen boven het lichaam.
In Homo Combinatus wordt deze interne besturing, die uit twee onderdelen bestaat, ‘de Beheerders’ genoemd. Dat klinkt wat menselijker dan 'het besturingssysteem', hoewel het daar natuurlijk wel op neer komt. Maar een besturingssysteem, al maken we het nog zo intelligent, is geen levend wezen, terwijl deze Beheerders dat wel zijn. In de literatuur treft men vaak termen aan als: autonoom zenuwstelsel, immuunsysteem, enz.
Er treedt hier een probleem op: deze Beheerders besturen het lichaam alleen intern, zij hebben zelf geen kijk op de omstandigheden buiten het lichaam en richten zich zo goed mogelijk naar de signalen die zij van andere onderdelen van de hersenen ontvangen.
Als na verloop van tijd de omstandigheden veranderen - men wordt ouder, gaat het wat rustiger aan doen - zullen zij niet snel genegen zijn om nog om te schakelen, zij zitten als het ware vastgeroest in de patronen die zich in de loop der jaren hebben ontwikkeld en hebben bijvoorbeeld enorme problemen met de omschakeling tussen winter- en zomertijd. Het besturen van een menselijk lichaam, waarin alle onderdelen op elkaar moeten zijn afgestemd, is geen peulenschil; veranderingen moeten moeizaam tot stand worden gebracht, simpele ingrepen als het overhalen van een schakelaartje zijn hier niet aan de orde. De apneu, die nu – vooral overdag – ongewenst is, zal blijven bestaan, hoezeer we hem ook als storend ervaren.

Reeds eeuwen geleden werd het verschijnsel apneu onderkend (het zou een wonder mogen heten als zulks niet het geval zou zijn) en vooral de door de Boeddhisten ontwikkelde ademhalingstechnieken om hem, als het uit de hand loopt, te bestrijden zijn overbekend. Met behulp daarvan wordt geprobeerd de Beheerders constant met de neus op de feiten te drukken, in de hoop dat ze alsnog hun beleid zullen herzien. Het evenwicht tussen lichaam en geest wordt daarmee hersteld, heet het volkomen correct!
Anders gezegd: de uit de hand gelopen bevoordeling van de abstracte gegevensverwerking in de hersenen ten koste van de communicatie met het lichaam wordt teruggedraaid.

Apneu is geen op zichzelf staand verschijnsel, hij is slechts een onderdeel van een complex van factoren en het zijn juist de andere factoren   -  kwalen, overbelasting enz.   -  die de aanleiding vormen tot het optreden van de apneu.
Het gaat dan ook niet aan om de zaken om te draaien en de apneu de schuld te geven van alle andere factoren in het complex.
Als een gewichtheffer supergeconcentreerd zijn halter omhoog brengt treedt apneu op. Tegelijkertijd verzuren zijn spieren in een enorm tempo, maar moet je daar dan de apneu maar even de schuld van geven? En hem behandelen door hem de handen op de rug te binden, zodat geen apneu meer op zal treden?
Je zou hem misschien ook zijn haltertje af kunnen pakken . . . . . . .

Eén ding dient men altijd voor ogen te houden: ons bestaan staat of valt met het goed functioneren van ons geheugen, met een correcte gegevensverwerking dus. In principe zal door de Beheerders altijd daaraan voorrang worden gegeven. Kunnen het lichaam en de hersenen niet gelijkelijk in conditie worden gehouden dan krijgen de hersenen voorrang, zodat apneus optreden en problemen als verzuring van de spieren voor lief worden genomen. Die verzuring van de spieren is niet het gevolg van de apneu, maar van de keuze van de Beheerders ten voordele van de hersenen en ten nadele van het lichaam.

Als apneu optreedt is dat een teken dat de Beheerders overbelast zijn - dat kan allerhande redenen hebben - en keuzes moeten maken. Voeren zij aanpassingen uit op het ene gebied dan zal een verschuiving optreden naar problemen op een ander gebied. Zij zullen proberen een werkbaar gemiddelde te bereiken, bijvoorbeeld door het lichaam tijdens de slaap op de rug te laten kantelen (de vreemdste slaaphoudingen komen voor), hetgeen onder andere tot gevolg heeft dat de ademhaling lichter gaat doordat de ribben gemakkelijker kunnen bewegen, de nek warm wordt gehouden (minder last van kramp, dus betere doorbloeding) en het hoofd beter wordt gekoeld, vooral als men zweet.
Is dat niet genoeg dan zullen ze apneu op laten treden. Men moet hen dan niet gaan tegenwerken door hun allerhande aanpassingen op te dringen, zoals het onmogelijk maken om het lichaam op de rug te laten liggen, of hen met behulp van het een of andere apparaatje net zo lang te treiteren tot ze in arren moede het lichaam maar weer op z'n kant leggen. Op den duur zal dat de ontwrichting van de gegevensverwerking in de hersenen tot gevolg hebben.
En dat niet alleen, doordat zij, terwijl ze het toch al niet aankunnen, nog weer extra worden belast zullen ze minder aandacht kunnen besteden aan de werkelijke problemen, zoals oververmoeidheid, een zwak hart, een defecte lever enz.
We weten het uit ervaring: hoe drukker we het hebben, des te meer steken laten we vallen. Als we maar genoeg worden opgejaagd ontstaat tenslotte de toestand waarvoor uitdrukkingen worden gebruikt als ‘een bord voor de kop’ en ‘met de blik op oneindig’: we houden ons nog maar met één ding bezig, de rest laten we tijdelijk liggen, hoe belangrijk die ook mag zijn.
En dan wordt het dus gevaarlijk!
De Beheerders zijn zeer intelligent (dat kan niet anders als je zo iets ingewikkelds als een menselijk lichaam moet beheren) en doen niets zonder reden. Die reden mag voor ons onzichtbaar zijn, maar dat verandert niets aan de noodzaak om er iets aan te doen.
Een reden om het lichaam op de rug te leggen kan bijvoorbeeld zijn dat de lymfeklieren onder de oksels wat in de knel komen als we op onze zij liggen.
Bij een gebrekkige doorbloeding van het een of andere inwendige orgaan, bijvoorbeeld een nier die aan de wandel is, zal het lichaam in een zodanige houding worden gemanoeuvreerd dat de doorbloeding zo goed mogelijk kan plaatsvinden - dat kan best een hele vreemde houding zijn - en het hart zoveel mogelijk wordt ontlast. Overdag zakken we, vooral voor het laatste, lekker onderuit in een gemakkelijke stoel, hetgeen uiteraard ook al weer als een afwijking wordt gezien . . . . . . 'Ga rechtop zitten! Je verpest je rug!!'
Conclusie: de Beheerders mogen, indien absoluut nodig, worden geholpen, maar nooit worden tegengewerkt.

Nog even een korte samenvatting.
Apneu treedt op als we ons concentreren. En als we ons concentreren doen we dat volledig. Het is niet zo dat het ene stukje van onze hersenen zich wel concentreert en het andere niet, onze hersenen als geheel werken dan onder een hogere spanning.
De mate van concentratie hangt af van de hoeveelheid gegevens die we binnen een bepaalde tijd willen verwerken en de snelheid waarmee we willen kunnen reageren: hoe meer gegevens, hoe korter de gewenste reactietijd, des te hoger de spanning en des te ingewikkelder het wordt om alle functies tegelijkertijd uit te voeren. Naarmate de spanning stijgt zullen de Beheerders zich steeds meer gedwongen zien om keuzes te maken.
Het korte tijd uitschakelen van de ademhaling zal over het algemeen geen problemen opleveren, voor veel Beheerders zal dit de eerste optie zijn. Daarna ademen we een paar maal flink in- en uit en dat was dan weer dat. Niets aan de hand, althans als we wakker zijn en indien nodig zelf nog wel wat bij kunnen sturen: na een enorme schrik, waardoor de spanning omhoog is geschoten en een stevige apneu optreedt, staan we steevast een poosje uit te hijgen en als we heel erg moeten gapen remmen we dat vaak een beetje af door de achterkant van de tong ietwat omhoog te brengen, zodat een lichte mate van snurken optreedt.

Maar bij apneus die optreden als we liggen te slapen ligt het allemaal een beetje ingewikkelder. We zijn zelf niet in staat om in te grijpen, bovendien zit het er dik in dat ook de Beheerders, althans gedeeltelijk, enige rust nemen.
Tegelijkertijd is echter het zeer intensieve droomproces aan de gang, dat vaak met hoge spanningspieken gepaard gaat. Als in zulke perioden van hoge spanning de ademhaling niet zou worden uitgeschakeld, zou ook die onder deze hoge spanning worden aangestuurd:
de adem zou als een verwoestende orkaan door onze luchtwegen razen. Bovendien zouden, doordat het lichaam uitgeschakeld is, de hersenen ontregeld raken door een overmaat aan zuurstof, hetgeen het nodig maakt een gestabiliseerde, gecontroleerde toestand te creëren.

Het opwekken van de spanning is een chemisch proces, hetgeen betekent dat het niet van het ene ogenblik op het andere kan worden beëindigd. Bij een niet al te hoog concentratieniveau zal het normale peil al snel weer zijn bereikt maar bij een onder hoge spanning langdurig aangehouden apneu zal dat even duren.
Gedurende zo’n apneu wordt echter in de hersenen wel veel zuurstof verbruikt, zodat het tenslotte dringend nodig is om de ademhaling op te starten, hoewel de spanning eigenlijk nog veel te hoog is en, ten behoeve van een goed verloop van het dromen, misschien ook nog wel enige tijd hoog gehouden moet worden.


Snurken.

Nu wordt, om te voorkomen dat de adem als een gierende storm in onze luchtwegen tekeergaat en we onze longen zo’n beetje opblazen, het snurken te hulp geroepen: de daarbij optredende resonantie, die tot gevolg heeft dat de toegang tot de luchtwegen afwisselend wordt geopend en gesloten, of althans verwijd en vernauwd, zorgt er voor dat de adem als een niet al te harde, redelijk constante stroom naar binnen gaat. Vaak ook naar buiten trouwens: er wordt wat afgeprutteld en gerocheld!

Er zouden natuurlijk ook wel andere oplossingen mogelijk zijn geweest, maar er is duidelijk gekozen voor het snurken als de beste oplossing tijdens de slaap. Het snurken wordt namelijk in- en uitgeschakeld! Zolang we wakker zijn snurken we niet, al hijgen we nog zo hard, maar zodra we in slaap vallen begint het spektakel, ook als we rechtop zitten.
Anders gezegd: zolang we wakker zijn worden ‘de weke delen achter in de mond’ strak gehouden, vallen we in slaap dan worden ze ontspannen, zodat ze vrijelijk kunnen bewegen. Ze hadden natuurlijk evengoed in hetzelfde circuit opgenomen kunnen worden als de kringspieren in het spijsverteringskanaal, die dag en nacht op spanning worden gehouden.
Ook bij het snurken treffen we wel eens wat ‘incontinentie’ aan, bijvoorbeeld als er heel hard wordt gelachen. Sommige mensen snurken dan bij het inademen.
Het snurken heeft, naast het feit dat het volautomatisch kan werken, nog een ander voordeel: het wekt frequenties op die tijdens het droomproces in de hersenen gebruikt kunnen worden.
Als het snurken iets zou zijn wat ongewenst is zou de constructie van ons lichaam al lang zijn gewijzigd. Het lichaam zou zijn gemuteerd.

Apneu is, zoals gezegd, het gevolg van een keuze ten voordele van de gegevensverwerking in de hersenen en – in zekere mate – ten nadele van het lichaam. Deze keuze wordt gemaakt door de Beheerders (ook wel genoemd: autonoom zenuwstelsel, immuunsysteem enz.) die ons lichaam in stand houden.
Apneu en snurken zijn geen van beiden een kwaal of afwijking. Beide zijn een doelmatig onderdeel van het droomproces. Bij ‘apneulijders’ worden ze constant afgewisseld, anderen gebruiken alleen het snurken.

Het feit dat anderen er last van hebben wordt nogal eens aangegrepen om het snurken toch als kwaal te kunnen bestempelen. Maar het valt wat dat betreft gewoon in het rijtje van: boeren, slurpen, zuchten, kreunen, huilen, lachen, hoesten, niezen, kwijlen, snotteren, bibberen enzovoort. Al die dingen doen we niet voor anderen, maar voor onszelf en we kunnen het alleen maar jammer vinden dat anderen er last van hebben.
We stuiten hier opnieuw op het probleem dat we hiervoor al omschreven: de Beheerders richten zich zo goed mogelijk (en voor zover uitvoerbaar!) naar de signalen die ze van andere delen van de hersenen ontvangen, maar juist tijdens de slaap zijn die andere delen uitgeschakeld! De Beheerders hebben er vaak geen idee van wat ze aanrichten en al hadden ze er een idee van dan nog zouden ze zich er vermoedelijk niets van aantrekken, simpelweg omdat ze dan vastlopen met hun werkzaamheden.

De gemiddelde mens kan probleemloos gedurende ongeveer een minuut de adem inhouden. Sommigen brengen het tot 2 minuten. Dit komt overeen met de gemiddelde maximum duur van de apneus. Bij mensen die zich hebben geoefend in het inhouden van de adem - duikers bijvoorbeeld - zal de duur waarschijnlijk hoger liggen.
De duur wordt door de Beheerders naar behoefte gevarieerd. Het is volkomen zinloos om daarvoor de een of andere norm te stellen, zoals 10 seconden = onschuldig, 11 seconden = een vreselijke kwaal.

Men moet gewoon eens ophouden met alles wat men niet begrijpt tot afwijking te bombarderen en fantasieën te spuien als:
- de blindedarm heeft geen enkele functie, die kan er maar beter uit
- een mens heeft maar één nier nodig, de andere kan er wel uit
- de keelamandelen zijn nergens voor nodig, die kunnen er wel uit
- die huig hangt daar natuurlijk bij wijze van vergissing.
Enzovoort, enzovoort, er zijn vast wel mensen die er boeken vol van hebben verzameld.
Als tijdens het dromen de ogen heen en weer bewegen - REM-slaap - is er niets aan de hand maar als tijdens datzelfde droomproces de huig heen en weer beweegt is het ineens een afwijking! En als door sommige Beheerders bij het afwisselen van apneu en ademen nogal abrupt (en soms rijkelijk laat) wordt geschakeld – met zeer luidruchtig gesnurk, als van een defecte cirkelzaag, tot gevolg – is er iets vreselijks aan de hand!
Tja, ook onder de Beheerders vindt men nu eenmaal ruige jongens. . . . . . . Maar ze zijn er echt niet op uit om zichzelf door het stopzetten van de ademhaling om zeep te helpen!


A - pneu.

Apneu betekent: geen ademhaling.
Althans, dat is hetgeen ons altijd wordt voorgehouden. Op zich klopt het wel, maar afgezien van een stuk of wat 'interlektewelen' is er vrijwel niemand die de ware betekenis van deze kreet doorgrondt.
Wij leven in het tijdperk van de apps. Je kunt het zo gek niet bedenken of er is wel een app voor. 'Apps are in the air', zouden de Engelsen zeggen en het gevolg daarvan is dat de meesten van ons automatisch apneu lezen als ap-neu. Maar dat is niet korrekt. Apneu dient gelezen te worden als: a-pneu: geen pneumatische, oftewel lucht verplaatsende, activiteiten. Inderdaad: geen ademhaling.

Apneu komt voort uit activiteiten van ons besturingssysteem, het uit twee componenten bestaande systeem dat ons lichaam bestuurt, hetwelk in Homo Combinatus wordt genoemd: de Beheerders.
Maar die Beheerders zijn niet de enigen die tot logisch handelen in staat zijn. Vergeet onszelf niet!!!
Het ligt voor de hand dat ook wij ons bedienen van procedures als apneu en dat anderen zich daar druk over maken. Als we dat laatste als uitgangspunt nemen voor een zoektocht gaat er een wereld voor ons open. Het is telkens hetzelfde verhaal: eerst moeten we dit of dat afmaken, pas daarna kan het leven zijn gewone gang hernemen.

a- eten:      Wil je nu alsjeblieft eens opschieten??? Het eten wordt koud!
a- koffie:    Wat ben je weer heerlijk gezellig. Voor mij hoeft het hele koffiedrinken zo niet meer!
a- piesen:   Waarom, in vredesnaam, ga je nu niet eens op tijd naar de wc, in plaats van daar zo te staan dansen!

Het is, net als bij apneu, een zaak van het stellen van prioriteiten. En opnieuw zien we dat aan de basis van de problematiek het gegevensbeheer ligt.
Wij willen natuurlijk niet voor niets onze karweitjes in één keer afmaken. Bij een onderbreking laten veel Database Managers hun eigen zaakjes voorgaan. Dat daardoor een deel van onze gegevens verloren kan gaan en wij dankzij hun geknoei met de inhoud van ons werkgeheugen, c.q. onze werkgeheugens, allerhande fouten kunnen gaan maken schijnt hen weinig te deren: collateral damage!.
Als Database Managers hun taak niet aankunnen en ontsporen zien wij ons genoodzaakt om iedere activiteit volledig af te werken voor wij aan iets anders beginnen of enige rust nemen.
Wij vertonen dwangmatig gedrag en multitasking wordt ons onmogelijk gemaakt!
Sommige mensen gaan compleet door het lint als ze tijdens hun bezigheden gestoord worden en daardoor fouten gaan maken of zelfs volledig vastlopen en helemaal van voren af aan moeten beginnen doordat de administratie in hun werkgeheugen(s) in elkaar is geklapt als een kaartenhuis.

Men moet overigens niet bij voorbaat de Database Managers de schuld geven als die het niet aankunnen. Het is op zich best mogelijk dat ze in hun functioneren worden beperkt doordat ze niet voldoende worden ondersteund door de Beheerders.


- - - - - o0o - - - - -


Apneu en snurken werden oorspronkelijk in Homo Combinatus niet behandeld, hetgeen gezien de ophef die in de media rondom deze onderwerpen ontstond toch wel als een tekortkoming moest worden gezien.
Daarom werd allereerst bovenstaand artikel op deze website geplaatst. Het vertegenwoordigt, zoals u hebt kunnen lezen, een visie die lijnrecht ingaat tegen de gevestigde mening, die niet uitgaat van een intelligente besturing maar van een steeds maar herhaalde hapering (die dan blijkbaar toch elke keer op het laatste moment door een intelligente besturing wordt ondervangen).

Maar zelfs zij, die niet in staat zijn zich het begrip 'intelligente besturing', met zijn mogelijkheden tot het in- en uitschakelen van afzonderlijke functies, eigen te maken, zouden toch moeten beseffen dat het een wonderlijke zaak zou zijn, nietwaar, als van alle functies in ons lichaam er zegge en schrijve één (1) zou zijn, bij ieder mens dezelfde, die niet anders doet dan haperen! En dan gaat het ook nog eens om een van de allerbelangrijkste functies!

Een dergelijk verhaal is in deze tijd, waarin vrijwel ieder apparaat intelligent wordt bestuurd, in feite onverkoopbaar. Apneu komt voort uit multitasking. Iets doodgewoons!





Bovenstaand artikel is de oorspronkelijke aanvulling op Homo Combinatus. Het is daarin als bijlage opgenomen.

De nu volgende tekst, die recentelijk werd toegevoegd, maakt het plaatje compleet.





Velen zullen de verklaring op deze website met verbijstering lezen, er is hun tenslotte van alle kanten bijgebracht dat apneu een vreselijk gevaarlijke kwaal is.
Maar aan de apneu ontbreekt toch duidelijk iets wat alle werkelijk gevaarlijke kwalen gemeen hebben: enorme aantallen slachtoffers! Vooral in vroeger tijden, toen men nog niet over onze hedendaagse technische hoogstandjes kon beschikken, zou een werkelijk gevaarlijke kwaal de weerloze wereldbevolking hebben gedecimeerd. Maar waar zijn de verslagen? In onze geschiedenisboeken vinden we verhalen over de dodelijke gevolgen van pest, cholera, malaria, tyfus, pokken en andere kwalijke zaken, over de wanhopige strijd die daar tegen werd gevoerd en afbeeldingen van nachtelijke massabegrafenissen bij het gele licht van walmende toortsen. Maar niets over apneu. Bij apneu zie je gewoon de besturing van ons lichaam aan het werk en dat is echt niet iets om bang voor te zijn.

Toen de schrijver van Homo Combinatus nog een klein kind was, meer dan 65 jaar geleden, zag de wereld er anders uit dan tegenwoordig. Auto's waren er nauwelijks, de televisie en de computer bestonden niet en de radio was beperkt tot een stuk of wat zenders. Op mooie zomeravonden stonden de mensen bij elkaar op straat te praten - te buurten zoals men het noemde - en hun ervaringen en beslommeringen uit te wisselen. De kinderen zaten daarbij op de grond en hoorden de verhalen aan.
Apneu was een van de onderwerpen die nog al eens ter sprake kwamen. Het woord 'apneu' kende men niet en niemand maakte zich druk over verschijnsel, dat immers algemeen bekend was. Het was een zaak van 'Oh, doet die vent van jou dat ook? Die van mij kan er ook wat van!' Men lachte er een beetje om, vond het eigenlijk wel een grappig verschijnsel.

Naarmate we ouder worden neemt onze conditie af. Dat geldt voor de hersenen evenzeer als voor het lichaam. Ook het deel van de hersenen dat het lichaam bestuurt, laat ons het hier nu maar even het besturingssysteem noemen, raakt dus meer en meer verzwakt. Het zal zich genoodzaakt zien om steeds meer rust te nemen voor herstel, vaak op voor ons ongelukkige momenten, en het zal zich tenslotte, zoveel mogelijk tijdens de nachtelijke uren, van tijd tot tijd gedwongen zien om de conditie van het lichaam min of meer op zijn beloop te laten. Overdag zal dan vaak worden geprobeerd om een inhaalslag te maken, waardoor van het oorspronkelijke dag-nachtritme weinig overblijft.
Dit alles heeft uiteraard zijn grenzen. Oudere mensen scharrelen 's nachts vaak uren rond doordat de slaap niet meer goed wordt aangestuurd. Maar ook tijdens de slaap zal er geregeld iets mis gaan, met de kans op overlijden tot gevolg.
Veel mensen overlijden 'vredig in hun slaap.' Zulks kan gebeuren doordat op dat moment een versleten onderdeel het begeeft, maar het kan ook evengoed zijn dat het verzwakte besturingssysteem het niet meer voor elkaar krijgt om nog uit de zoveelste apneu te komen die het zelf tot stand bracht. Het houdt gewoon een keer op. Men moet dan de zaken niet gaan omdraaien en beweren dat het overlijden het gevolg is van de apneu!

Laat ons nu eens onbevooroordeeld kijken naar de risico's van apneu, met als voorbeeld een hypothetische man of vrouw die op zijn of haar dertigste begint te apneuen en, zoals gebruikelijk, er op zijn of haar zeventigste nog vrolijk mee door gaat. We hebben het dus over een periode van 40 jaar. Apneus overdag laten we buiten beschouwing, alleen de nachtelijke apneus worden meegeteld.
We gaan uit van 20 apneus per nacht, hetgeen bepaald niet overdreven is.


20 apneus per nacht, gedurende 365 nachten, maakt 7.300 per jaar, maal 40 jaar = 29.200.


Daar komen dan nog een stuk of wat schrikkelnachten bij. Het zou absoluut een keer mis gaan bij één van deze bijna 30.000 apneus als daar werkelijk een risico aan verbonden zou zijn. En nog wel een hoog risico, dus op z'n allerminst 10%.
Statistisch gezien zou deze persoon twee maal per nacht moeten overlijden, iedere nacht opnieuw.

En dan nog even iets: een mens heeft er echt geen probleem mee om op de rug liggend te ademen. Alles wat daarbij nodig is wordt volautomatisch geregeld en als het even niet nodig is uitgeschakeld. Dat laatste wordt, als het de ademhaling betreft, apneu genoemd.
Onthoud voor eens en voor altijd dat u het niet bent die uw lichaam bestuurt en dat het meeste gebeurt zonder dat u er zelfs maar enig benul van hebt; dat er bij de apneu nu toevallig eens wel het een en ander zichtbaar wordt verandert daar niets aan.

Als het besturingssysteem vindt dat er geslapen moet worden schakelt het u uit. Dat gebeurt chemisch, met behulp van verdovende middelen. Daarna kan het in alle rust overgaan tot het verrichten van onderhoud en het ondersteunen van het droomproces (het overbrengen van gegevens vanuit de tijdelijke- naar de definitieve opslag) in een lichaam waarin geheel andere eisen aan de stofwisseling worden gesteld dan overdag. Als het vindt dat het allemaal wat gemakkelijker gaat als u daarbij op de rug ligt stuurt het u zodanig aan dat u op de rug gaat liggen en als het vindt dat de ademhaling even onderbroken moet worden dan onderbreekt het die. Het complete systeem, de complete app dus, wordt dan tijdelijk uitgeschakeld, inclusief het open houden van de keel. Bij het opnieuw inschakelen gaat het er wel eens wat ruig aan toe - een zachte aanloop wordt nog al eens achterwege gelaten, een mens is tenslotte geen cirkelzaagmachine - zodat het lijkt alsof het om een paniekreactie gaat.

Concentratie en inhouden van de adem zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, als we ons concentreren houden we de adem in. Dat doen we niet alleen overdag, maar ook als we slapen. De concentratie kan ook tijdens de slaap zeer hoog oplopen, denk maar eens aan nachtmerries. Tijdens de slaap is echter niet rechtstreeks zichtbaar - voor de toeschouwer - om welke reden we ons concentreren en daarom de ademhaling onderbreken, zulks in tegenstelling tot overdag, wanneer duidelijk zichtbaar is waar we ons mee bezig houden.
Doordat tijdens de slaap de reden niet zichtbaar is lijkt het alsof de adem zonder reden stopt, hetgeen de indruk wekt dat hij uitvalt. Tijdens een apneu kan iemand doodstil liggen, op z'n mooist ook nog eens op de rug en met de mond wijd open, hetgeen een akelige, om niet te zeggen schokkende aanblik oplevert; je zou zweren dat hij of zij overleden is.
De apneuer zelf heeft echter nergens last van en is zich van geen kwaad bewust.

De hersenen zijn altijd selectief in actie. Alleen de actieve onderdelen krijgen extra zuurstof toegevoerd, zodat de rest, die onder een even hoge spanning staat, niet als een stoorzender kan gaan werken. Bij de fMRI-scans maakt men daar gebruik van door via het zichtbaar maken van de plaatselijke extra verzadiging met zuurstof het spoor van de activiteiten in de hersenen te volgen.
Bij hoge concentratie zal als extra beveiliging tegen ongewild activeren van de niet-betrokken onderdelen het zuurstofniveau zo laag mogelijk worden gehouden. Doormiddel van apneu dus.


Concentratie is een verhoogde elektrische spanning, die chemisch tot stand moet worden gebracht. Overdag, als het lichaam in bedrijf is zal dat een eventuele overmaat aan zuurstof verbruiken maar 's nachts gaat die vlieger niet op, zodat zeer nadrukkelijk op apneu teruggevallen moet worden.
Mensen die onder hoge spanning dromen, bijvoorbeeld doordat ze het niet kunnen laten om naar horrorfilms te kijken, zullen veelvuldig apneus vertonen maar bij hen die een gezapig leventje leiden, zonder al te veel stress, zal apneu nauwelijks voor komen.
Het besturingssysteem heeft 's nachts zo nu en dan ook voor andere zaken dan het begeleiden van het droomproces een hoge spanning nodig, vooral bij overbelasting. Dat laatste kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van de aanwezigheid van beschadigde of niet goed tot ontwikkeling gekomen onderdelen van het lichaam, die extra aandacht vereisen.
Mensen zonder apneu zullen waarschijnlijk niet- of in elk geval sporadisch voor komen, het is gewoon een kwestie van bij de een wat meer en bij de ander wat minder. Bij iedereen zijn de omstandigheden weer anders en je moet daarvoor geen rare normpjes opstellen. Bij mensen zonder apneu zal iets mis zijn, bijvoorbeeld doordat het besturingssysteem niet in staat is om het zuurstofniveau vast te stellen.

Apneu is, zoals gezegd, een zaak van de hersenen, die andere eisen stellen ten aanzien van de stofwisseling dan het lichaam. De hersenen en het lichaam hebben tegengestelde behoeften: de hersenen hebben behoefte aan een betrekkelijk laag zuurstofniveau als ze zich moeten concentreren, het lichaam heeft juist behoefte aan een hoog zuurstofniveau om goed te kunnen presteren. Er wordt zo veel mogelijk met compromissen gewerkt, zoals we dat bijvoorbeeld zien bij een gewichtheffer.
Eerst wordt door diep in- en uitademen het lichaam van zo veel mogelijk zuurstof voorzien, vervolgens wordt de ademhaling stop gezet en het gewicht omhoog gebracht: het lichaam verbruikt nu in hoog tempo de aanwezige zuurstof, zodat de hersenen die het aan moeten sturen dat onder maximale spanning kunnen doen. Het omhoog brengen van het gewicht zal meestal in twee stappen worden gedaan, zulks ten behoeve van de stabiliteit.

We komen nu bij de vraag - die al in het artikel over apneu is beantwoord - of we op de een of andere manier in moeten grijpen als iemand zeer veel apneu vertoont. In principe hoeft dat dus niet.
Apneu wordt geschakeld door het besturingssysteem, dat een onderdeel van onze hersenen vormt. Het is een doodgewoon procedé dat bij ieder mens voor komt. Erg veel apneu wijst echter wel op overbelasting; die kan het gevolg zijn van een zeer intensief droomproces, maar ook van lichamelijke oorzaken waardoor het besturingssysteem overmatig wordt belast. Wat dit laatste betreft zou men dus in zeer ernstige gevallen eventueel wat kunnen helpen, bijvoorbeeld met een apneu-masker, een paar goede steunzolen, zo'n prachtige billenschudder die we alom op de tv zien, een nekwarmer of een lekker glaasje bier of wijn. Dat mag iedereen zelf weten, al die dingen verlichten bij een juist gebruik de taak van het besturingssysteem. En daar gaat het om!

We doen het allemaal wel eens: lekker ontspannen op de rug in het gras liggend of onderuit hangend in een luie stoel een beetje filosoferen: na iedere inademing, die hier naar verhouding vaak nog al stevig is, volgt een uitademing, gevolgd door een pauze van enige seconden, waarvan de lengte naar behoefte wordt gevarieerd. Als het zuurstofniveau is gezakt tot beneden het gewenste peil wordt opnieuw in- en uit geademd, gevolgd door de pauze. Ook dit is gewoon apneu, maar de spanning blijft laag en de 'weke delen achterin de mond' worden in dit geval gewoon op spanning gehouden; we slapen tenslotte niet. Meestal wordt hierbij niet gesnurkt, soms ook wel; het is wat een grensgeval.

Apneu-maskers. Apneu-maskers worden gevoed met lucht uit de omgeving, het zijn dus niet zozeer zuurstofmaskers. Ze zijn verbonden met een pompje dat aan de ene kant de lucht aanzuigt en aan de andere kant de luchtdruk opvoert waardoor, onder de door apneu ontstane afsluiting van de keel door, lucht in de luchtwegen wordt geperst. Dat gaat niet bij iedereen even gemakkelijk, zodat vaak de druk veel te hoog moet worden opgevoerd om toch nog het gewenste doel te bereiken, zulks met allerhande complicaties tot gevolg. Dankzij de wet van Pascal (een druk op een gas of een vloeistof uitgeoefend plant zich naar alle kanten gelijkmatig voort) ontstaat ook nog eens in het gehele lichaam, uur na uur, na uur, na uur, de ene schokgolf na de andere, iedere keer als er onder die verhoogde druk 'ingeademd' wordt.
Er komt extra lucht in de longen en dus extra zuurstof in het bloed, hetgeen hoofdpijn veroorzaakt (bron: kno-artsen.nl). Dat krijg je natuurlijk als je de door het besturingssysteem doormiddel van apneu gehanteerde correcties omzeilt!
Bij het uitademen wordt de luchtdruk verlaagd, althans bij de betere maskers, zodat de lucht dan als het ware naar buiten wordt gezogen. Wat de luchtdrukverhouding tussen in- en uitademen betreft is het effect van zo'n masker precies het tegenover gestelde van de gang van zaken bij de normale, natuurlijke ademhaling, waarbij de ingeademde lucht naar binnen wordt gezogen en de uitgeademde lucht naar buiten wordt geperst.

Omdat door de hersenen en het lichaam tegengestelde eisen worden gesteld aan de stofwisseling vindt 's nachts afwisseling plaats: er zijn perioden met weinig zuurstof waarin geconcentreerd wordt gedroomd en perioden met veel zuurstof waarin door het besturingssysteem het lichaam onder handen wordt genomen.
Als tijdens het dromen het zuurstofgehalte te hoog begint op te lopen wordt door het besturingssysteem apneu toegepast. Dwingt men met behulp van een apneu-masker dan toch een verhoogd zuurstofniveau af dan zal dat ten koste gaan van de kwaliteit van het droomproces en op de duur een ontwrichtende invloed hebben op de gegevensverwerking; het aan elkaar koppelen van grote hoeveelheden gegevens, waarvoor een langdurige hoge spanning en dus een langdurige apneu benodigd is, zal problematisch worden. Apneumaskers zouden in de perioden waarin wordt gedroomd uitgeschakeld moeten zijn en - voor wie dat beslist wil - alleen gedurende de rest van de nacht moeten worden gebruikt, waarbij ze zich dan natuurlijk wel zouden moeten uitschakelen als het besturingssysteem een apneu nodig heeft om zich goed te kunnen concentreren. Het hogere zuurstofgehalte zal een weldadige invloed op het lichaam hebben, zodat men zich na de nacht een beetje fitter voelt.
Eind goed, al goed zou men kunnen zeggen, zolang men er maar rekening mee houdt dat het besturingssysteem niet voluit kan werken als het niet van apneu gebruik kan maken en dan, ongezien en ongemerkt, misschien de meer gecompliceerde werkjes achterwege zal laten.

Het dromen is een gecompliceerd proces, waarbij de nieuw binnengekomen gegevens een definitieve plaats in het geheugen krijgen. Alle nieuwe gegevens moeten in hun onderlinge verband en in verband met alle reeds aanwezige gegevens worden opgeslagen, waarbij ieder aspect moet worden gerubriceerd, zoals spanning, beweging, geuren, kleuren, geluiden, argwaan, angst, afschuw enzovoort, kortom letterlijk alles wat bij het verschijnen er van aan de orde kwam. Daar is een hoge concentratie en dus een langdurig laag zuurstofniveau voor nodig.
Maar daarmee is de kous niet af. Er moet worden gecontroleerd of de hele, zeer gecompliceerde procedure goed verlopen is, zodat we tijdens de slaap alles nog eens herbeleven, inclusief de koppeling naar het lichaam, dat op zo'n moment weliswaar uitgeschakeld is, maar wel de nodige zuurstof toegevoerd krijgt. Want ook die koppeling moet natuurlijk even uitgetest worden, opdat we, bijvoorbeeld als bedreigende gebeurtenissen zich herhalen, zonder verder nadenken of moeizaam opstarten op de loop zullen slaan. Tijdens dit uittesten kan daardoor wel degelijk even zwaar worden geademd, evenals bij het opbouwen van zeer omvangrijke beelden, bijvoorbeeld het gedetailleerd weergeven van een winkelstraat waar we in onze droom doorheen lopen, met al zijn bezienswaardigheden.
Een ander voorbeeld van het gecombineerd aanwezig zijn van een hoge concentratie en zware ademhaling zien we bij ingehouden woede. Alle spieren zijn gespannen en verbruiken dus veel zuurstof, zodat die toestand kortstondig vol te houden is.

Een voorbeeld van correcte omgang met onterechte activering van onderdelen van de hersenen vindt men in Homo Combinatus op bladzijde 171 onder de kop: Music Maestro! De energie van ongefundeerd geactiveerde onderdelen wordt gekanaliseerd door het draaien van melodieën (die ons maar door het hoofd blijven zeuren).

Laat ons ter afsluiting nog een paar woorden wijden aan het snurken en het slapen op de rug.
Volmaakte mensen bestaan niet. Geen twee mensen zijn hetzelfde, ze verschillen in ieder onderdeel van elkaar en ze hebben allemaal hun eigenaardigheden. Het snurken verloopt net als de rest van de ademhaling in principe volautomatisch, maar bij veel mensen zal zo nu en dan enige bijsturing nodig zijn.

Dat zien we heel duidelijk als we rechtop zittend in slaap vallen: de kin zakt op de borst, zodat de mond wordt dichtgedrukt en als dan na een apneu met spoed diep moet worden ingeademd blijkt de neus dicht gezogen te worden, waarbij de neusvleugels irritant kunnen gaan resoneren. Als hij niet dicht kleeft tenminste, of verstopt zit, al dan niet door toedoen van ietwat fors uitgevallen of gezwollen amandelen. Zo'n neus is op zich een mooi ding, maar hij is onberekenbaar en ongeschikt om in korte tijd grote hoeveelheden lucht door te laten. Dat kan alleen via de mond.
We schrikken wakker, hebben het misschien een beetje benauwd en buigen het hoofd achterover, zodat de ademhaling probleemloos via de nu geopende mond kan verlopen.

Als ze liggend slapen gaan veel mensen om excessief snurken via de neus te voorkomen, of om andere redenen, op de rug liggen, meestal met de mond wijd open. Ze nemen dus de benodigde maatregelen en er overkomt hen niets. Het is geen fraai gezicht, maar kwaad kan het niet, het is de normale gang van zaken. We moeten nu eenmaal leven met de kleine onvolkomenheden van ons lichaam en over het algemeen redden we ons daar prima mee, zodat gesleutel niet nodig is. Uiteraard zijn er uitzonderingen, maar daar moet men zich niet te snel toe rekenen, de toleranties zijn ruim. Er is altijd wel iets wat we liever anders hadden gezien, maar dat wil niet zeggen dat we dan maar van een afwijking moeten spreken die gecorrigeerd zou moeten worden.





Onderstaand een paar overduidelijke voorbeelden van apneu overdag.

U hebt vast wel eens gekeken naar 'the incredible doctor Pol'.

Er is een aflevering waarin we er getuige van mogen zijn dat zoon Charles, met behulp van een ervaren instructrice, probeert zijn angst voor paarden te overwinnen. Die instructrice begint zeer nadrukkelijk met een instructie die je nu niet direct bij het paardrijden zou verwachten:
'Blijf ademhalen! Sommige mensen vergeten te ademen als ze op een paard zitten.'
En later nogmaals: 'Blijf adem halen! Je doet het niet!'.

In een andere aflevering zien we hoe doctor Brenda met een draadzaag een koe onthoornt. Dat vergt nogal wat concentratie en inspanning, je zou wat dat betreft een vergelijking kunnen treffen met het voorbeeld van de gewichtheffer uit het artikel over apneu. Doctor Brenda zelf kan natuurlijk niet met een gewichtheffer worden vergeleken.
'Deze methode is niet geschikt voor de zwakkeren onder ons.', stelt doctor Brenda vast.
'Het is ook mijn eigen schuld dat ik vergeet te ademen. Tegen het eind ben ik blauw en buiten adem.'

U hebt ongetwijfeld ook wel eens gekeken naar 'Caesar to the Rescue'.

En wat krijgen we te horen als Caesar een vrouw instrueert hoe ze zich moet gedragen als ze haar hond uitlaat? Juist: 'Je moet ademhalen! Blijf ademhalen!' Enzovoort, enzovoort.

'De eerste maanlanding'.

Neil Armstrong: 'Houston. Tranquility Base here. The Eagle has landed.'
Vluchtleiding    : 'Roger. Tranquility. We copy you on the ground. You got a bunch of guys about to turn blue. We're breathing again. Thanks a lot.'

Mooiere voorbeelden uit de praktijk zijn haast niet denkbaar.
^
- apneu -